CPR/EHBO - Fysiologie en redding

Het ultieme fitnessprogramma voor duikers

Lees hier meer en bekijk ook de DAN-video 'Fit Diver'.

Buiten adem

Kortademigheid (essoufflement), het gevoel geen lucht meer te krijgen, kan onder water (snel) tot paniek leiden. Het komt vooral voor op (grote) diepte, wanneer de duiker angstig is of zich (zwaar) moet inspannen, bij te hoge ademhalingsweerstand van de ontspanner, een te krap duikpak of slechte conditie.

Bij het duiken gebruiken we samengeperste lucht die we inademen op de omgevingsdruk van de (des)betreffende duikdiepte. De dichtheid van lucht neemt dus toe naarmate we dieper gaan. Per tijdseenheid stromen er dan meer gasmoleculen door de luchtwegen. Duiken gaat ook gepaard met spieractiviteit en energieverbruik, waardoor we CO2 produceren en het ademhalingscentrum sneller prikkelen. De combinatie van beide factoren, dichter ademgas en de hogere stroomsnelheid, doet de laminaire stroming in de (kleine) luchtwegen omslaan in een turbulente. Als gevolg daarvan neemt de ademhalings-inspanning toe en de gasuitwisseling in de longen af. Er wordt dan te weinig CO2 uitgeademd en men krijgt het gevoel dat men niet meer kan ademen, vaak nog versterkt door het feit dat een duiker alleen nog wil inademen en niet meer uitademt. Met als gevolg paniek en eventueel een ongecontroleerde noodopstijging, vooral indien er door geen of miscommunicatie met de buddy slecht of niet op gereageerd wordt.

Belangrijk is dus dat het snel (h)erkend wordt, ook door de duikmaat. Kalmeer de duiker in kwestie en gebiedt hem opnieuw langzaam en diep te ademen. Stop of beperk de lichamelijke activiteiten en hou eventueel zijn hand vast. Maak zo nodig een gecontroleerde opstijging en bespreek boven of naderhand rustig het probleem en vooral de oorzaak ervan. Preventief is het zaak dat elke duiker goed zijn eigen conditie kent en onder ogen ziet (of nog beter: eraan werkt). In een duikteam bepaalt ook de zwakste duiker de diepte en het tempo. Tevens is een goed en periodiek onderhouden duikuitrusting (die comfortabel zit en aanvoelt) een must. En voor iedereen geldt altijd: blijf kalm en adem goed (maar niet snel) in en uit, zeker bij het opstijgen of bij intense activiteiten.

Zie ook: Ademhalen onder water.

Uit: Duiken (magazine en website).

Duiken op leeftijd

Steeds meer mensen maken op latere leeftijd kennis met de duiksport of gaan na hun pensioen meer duiken. Is dat verstandig, of bestaat er een maximale leeftijd voor duiken? Ouderdom is geen ziekte, maar je moet beseffen dat je lichaam verandert: de spiermassa neemt af, gewrichten verslijten en de botten worden poreuzer, de stofwisseling vertraagt, de vetreserve neemt toe en sommigen krijgen last van aandoeningen, zoals een hoge(re) bloeddruk, aderverkalking, diabetes en rugproblemen. Ook de zintuiglijke waarnemingen (zien en horen) verslechteren en de hersenen gaan achteruit (vooral het kortetermijngeheugen).

Vanaf de leeftijd van 40 jaar is een jaarlijks medisch onderzoek aanbevolen voor actieve duikers, met inspannings- en longfunctietest. Bij wie dat regelmatig laat doen, worden veranderingen ook sneller opgemerkt. Onderhouden lichaamstraining kan verouderings- of aftakelingsprocessen vertragen, maar natuurlijk niet stoppen of tenietdoen.

Vermijd ook maximaal ongevallen; het genezingsproces gaat immers langer duren. Duik ook conservatiever, daar ouderdom een verhoogd risico vormt op belvorming annex decompressieongeval. En drink veel (water); je droogt immers sneller uit. En als je moeilijkheden krijgt om dichtbij goed te kunnen zien/lezen, neem dan een duikmasker op sterkte of met correctieglazen. Je instrumenten kunnen aflezen, is ongetwijfeld basisveiligheid.

Wat medicatie betreft, is het advies vandaag de dag genuanceerder dan vroeger. Betablokkers, bloeddrukverlagers en zelfs antidepressiva impliceren niet (meer) uit zichzelf duikverbod, maar voorzichtigheid en gebruik onder dokterstoezicht is uiteraard geboden. Maar het allerbelangrijkste: blijf fit. Kies liefst voor een combinatie van cardio- en krachttraining, of zwem gewoon, fiets, loop of wandel dagelijks minstens een halfuur (een uur is beter).

Uit: Duiken (magazine en website).

Afgedreven in de stroming

Het gebeurt vaak dat duikers de omstandigheden onderschatten en in de problemen komen, vooral als ze verrast worden door sterke stroming, al dan niet gekoppeld aan desoriëntatie. Als bijkomende complicaties kunnen ze elkaar dan nog kwijtraken en/of zonder lucht komen te zitten.

Safety first ! Beoordeel de omstandigheden in de mate van het mogelijke voor de duik, en aarzel niet om een duik af te gelasten als je niet 100% gerust bent over de veiligheid en de mogelijke risico's. Breek een duik ook onmiddellijk af als de stroming te lastig wordt, het zicht te slecht wordt of andere (onverwachte) omstandigheden een gevoel van onbehagen en ongerustheid (beginnen) geven. Blijf te allen tijde bij je buddy en hou je instrumenten - en niet in het minst de manometer - altijd goed in het oog.

Raak je elkaar toch kwijt, hanteer dan zonder aarzelen de verliesprocedure: max. 1 minuut rondkijken en de normale opstijging aanvatten (terwijl je blijft rondkijken). Hou je nooit ergens aan vast en al helemaal niet aan rotswanden, onbekende bodemconstructies (denk aan gecamoufleerde giftige dieren!) of koralen (die breken meestal toch af). Je buddy zal zich immers toch meestal (ook) stroomafwaarts bevinden; verzet je dus niet tegen stroming, maar kijk rond en stijg op.

Blijf ook zo kalm mogelijk; dat scheelt in luchtverbruik. Zoek elkaar terug aan de oppervlakte en bekijk wat de mogelijkheden zijn om uit het water te geraken. Als de of een goede exit niet dichtbij is, trek dan de aandacht van een voorbijvarend schip (met je vin of een deco-ballon). Als je vertrokken bent van een boot, komen ze je sowieso wel zoeken. Als je toch nog een hele eind moet zwemmen om aan land te geraken, zwem dan schuin met de stroming mee tot je aan land bent.

Uit: Duiken (magazine en website).

Recompressie of herdrukken onderwater

Het kan iedereen overkomen (en mij nog het eerst) dat je om één of andere reden te snel opgestegen bent of het maken van verplichte veiligheidstrappen onderbroken hebt. Is het een optie om meteen terug te recompresseren of herdrukken onderwater (wederonderdompelen) als de omstandigheden het toelaten?

Als er niets aan de hand blijkt - dus alsnog geen enkel teken of symptoom van een zich ontwikkelend decompressieongeval - wel, verlaat anders onmiddellijk het water en dien zuurstof toe in combinatie met vervoer naar een decokamer.

Elke duikfederatie heeft uiteraard zijn eigen regels voor het oplossen van dergelijke incidenten (ofwel gebruik je die van je duikcomputer).

Bij een versnelde opstijging ('blow up' of 'crash dive') probeer je in elk geval binnen de 3 minuten terug te keren naar halve diepte (d.i. de helft van de maximaal bereikte diepte tijdens de duik), ofwel minstens naar de diepte waarop je versneld bent gaan (op)stijgen. Blijf daar zeker 5 minuten (andermaal, als de omstandigheden dat nog toelaten). Beëindig dan de duik - evt. kan je die zelfs gewoon verderzetten - volgens de normale regels, d.w.z. met inachtneming van (uiteraard de grootst bereikte duikdiepte en) de totale duiktijd op het ogenblik van deze (of de finale) beëindiging. Bij een duik op basis van tabellen, is de tijd doorgebracht aan de oppervlakte begrepen in deze totale duiktijd.

Iets anders is de onderbreking van verplichte decompressiestops (wat je in regel al sowieso vermijdt te doen of te moeten doen). Maak indien mogelijk alle onderbroken trappen opnieuw, maar vermenigvuldigd met 1,5. Of cumuleer deze tijd minstens bij een eenmalige stop op een diepte tussen 3 en 5 meter. Optioneel wordt van fles gewisseld, als de daarvoor benodigde tijd aan de oppervlakte de 5 minuten niet overstijgt (die opnieuw in de totale duiktijd begrepen moet worden).

Na de duik extra alert blijven voor tekens of symptomen van een beginnend decompressieongeval, toch het eerstvolgende uur. Het is geen slecht idee om preventief een poos de zuurstofkit te gebruiken.

Bescherming tegen UV-stralen

De meeste duikreizen gaan richting zonnige(r) oorden, en niet zelden om de verfrissende duiken af te wisselen met zonnebadmomenten aan het zwembad, aan het strand, op het dek, tijdens snorkel-ltochtjes, etc. Het nemen van voldoende beschermende maatregelen tegen zonverbranding is dus evenzeer vereist als bij klassieke strandligvakanties. Jeuk, zwelling, onstekingen, vorming van blaasjes, etc. - typische symptomen van een verbrande huid - zijn bovendien nog hinderlijk bij het verder(e) duiken ook.

Bedenk dat een duikpak geen lichaamsdelen beschermt die aan de zon blootgesteld worden/blijven (tijdens het omkleden of de overtocht), zoals gezicht (of alngl. het gehele bovenlichaam), handen en voeten. Zeker in de (sub)tropen kan je de zon rond de middag beter mijden vanwege de intense straling. Evenzo om decompressie-fysiologische redenen als er die (namid)dag nog een duik gepland staat.

Insmeren met een middel met hoge beschermingsfactor is zeker de boodschap, maar niet afdoend (katoenen kledij net zomin trouwens). Snorkelaars en baders kunnen (in zwemkledij) verbranden zonder er (zelf) iets van te merken. Het water heeft wel een koelende werking, maar beschermt geenszins. Opnieuw insmeren na het afdrogen is dan ook een must.

Bruinen is in, maar niet gezond, dat weten we intussen. UV-straling verbrandt niet alleen de huid op korte termijn, maar doet deze ook sneller verouderen op lange(re) termijn (met huidkanker als mogelijk bijkomend ricsico). En als randbemerking geven we nog mee om op te letten met ontstekingsremmende tabletten die worden voorgeschreven om huidverbranding te behandelen. Als je geneesmiddelen met cortison gebruikt, zijn de hersenen gevoeliger voor zuurstof en heb je meer kans op krampaanvallen die worden veroorzaakt door zuurstof. Je mag dan ook niet met nitrox duiken.

Een aandachtspunt is wel het gebruik van zonnebrandmiddelen bij duiken op koraalriffen. Zij lossen op in de oceaan, maar breken niet af in de natuur (en bevatten niet zelden nog een bijkomende schadelijke stof als petroleum). En deze middelen 'bleken' de koralen (coral bleaching), waardoor ze misvormen, zich niet meer reproduceren, hun symbiotische voedings-bronnen als algen verliezen en uiteindelijk afsterven. Wat blijkbaar helpt, is het gebruik van crèmes waarin titaniumdioxide zit (een natuurlijk mineraal dat het rif niet beschadigt, maar ons lichaam helaas wel, toch bij langdurig of overmatig gebruik).

Uit: Duiken (magazine en website).

Duiken in koud water

Daar kunnen we in onze contreien zeker over meespreken, want de helft van het jaar (van november tot april) is het water geen 10° C meer. Als het goed en langdurig vriest, hebben we zelfs een ijslaag bovenaan (cfr. ijsduiken). Belangrijk is dat je enerzijds een goed thermisch pak draagt, liefst halfdroog of zelfs droog, en anderzijds over materiaal beschikt dat koubestendig (à la limite vriesbestendig) is. Voor de ontspanner moet dat blijken uit een sneeuwsymbooltje op de 2de trap (check dit !). Niets vervelender dan een automaat die onder water begint af te blazen. Sla controle van (het functioenren van) de automaten dan ook over bij de buddycheck aan land, want dan verhoogt meteen het risico op bevriezen. Uiteraard wel doen eens in het water !

Denk er ook aan dat je dikkere handschoenen nodig hebt, die sowieso bij het omkleden al minder handig zijn. Laat bij het onderdompelen je gezicht ook eerst even wennen aan het koude water vooraleer te vertrekken, totdat je voelt dat je een goede controle hebt over je ademhaling. Zonder duikbril is deze oefening zelfs nog effectiever (je zal dan ook rustiger blijven als die onder water mocht vollopen of er een noodzaak is hem even af te zetten).

In de kou verbruikt je lichaam meer calorieën om warm te blijven, zeker als je begint te rillen. Een hoger luchtverbruik is dan ook meteen het gevolg (cfr. infra). Met een dikker pak en meer lood heb je ook meer weerstand in/van het water, waardoor je harder moet werken. Hou je manometer goed in het oog, blijf verder binnen je limieten en hou de duik kort(er). Beginnen rillen betekent zeker: stoppen en het water uit !

Welk voordeel biedt duiken in koud water dan, behalve dat we hier van herfst tot lente gewoon geen keuze hebben? Voor de zichtbaarheid natuurlijk. Die is in koud water nu eenmaal vaak beter. Het beste zicht heb je bvb. niet in tropisch en glashelder water, maar in de wereldberoemde Silfra-kloof in...IJsland (tot wel 100m).

Uit: Duiken (magazine en website).

Ademhalen onder water

We staan er nauwelijks bij stil en als alles goed gaat, onderwater ook niet: dat we voortdurend (moeten) ademhalen. Maar ben je een goede duiker als je weinig lucht verbruikt? En welke (fysiologische) factoren beïnvloeden het ademhalen (onderwater)?

Uit onze basistheorie weten we dat het koolstofdioxidegehalte in het bloed de sterkste factor (prikkel) is die het ademhalingscentrum stimuleert. Opgehoopte kooldioxide moet er immers tijdig uit om de balans in evenwicht te houden en de stofwisseling in de cellen minimaal te verstoren. Wordt de boven- of ondergrens overschreden, dan heeft dit onmiddellijk gevolgen voor de lichaamsfuncties.

We kunnen dit wel tijdelijk en beperkt beïnvloeden door onze adem in te houden of minder te ademen (hypoventilatie) waardoor het CO2-gehalte in het bloed toeneemt (hypercapnie). Dit kan ook gebeuren als de uitademing van koolstof op een andere manier verstoord is, bvb. bij (vermeende) ademnood. Uiteindelijk zal de oplopende ademprikkel (toch) tot snel en diep ademhalen dwingen, wat evenwel het kooldioxidegehalte in het bloed misschien niet snel genoeg tot zijn normale waarde brengt. Daardoor komen stresshormonen vrij (adrenaline) en gaat de hartslag omhoog. Wat weer tot een hoger zuurstofverbruik en een grote productie van kooldioxide leidt...

Onder water neemt de ademhalingsfrequentie bovendien wel af, maar het ingeademde volume verhoogt in de plaats. Dat is psychologisch te verklaren; je wil minder lucht verbruiken en gelijktijdig een 'reserve' opbouwen. De ontspanner, die toch altijd een kleine barrière vormt omdat we lucht moeten vràgen en daardoor een heel systeem in werking stellen, werkt dit bovendien nog in de hand. Daarom luidt de boodschap ook altijd: probeer zo normaal en ontspannen mogelijk te ademen, zoals je dat ook bovengronds doet. Zelfs al ben je onrustig of zelfs paniekerig, beheers je ademhaling maximaal (stop, adem, denk, doe - weet je wel).

Een hoger luchtverbruik is trouwens niet alleen kenmerkend voor beginnende en onervaren duikers. Duikers die weinig aan sport doen, zullen uit zichzelf meer verbruiken, net zoals een grote en gespierde kerel (met een groot longvolume) meer zal verbruiken dan een kleine en tengere vrouw. Ook inspanning (stroming) en koude doen de luchtconsumptie toenemen.

Zie ook: Buiten adem.

Uit: Duiken (magazine en website).

Maakt duiken slank?

Je houdt het misschien bijna niet voor mogelijk, maar bij duiken verbruik je net zoveel calorieën als tijdens het joggen of basketballen. Maar dan vooral tijdens het omkleden en als je het water in- en uitgaat (of een stevige wandeling voor de boeg hebt er naartoe of er vandaan). Duiken zelf hoort maximaal ontspannend te zijn, dat is zo, en dus zal je dan niet veel vet verbranden. Als je daarentegen stromingsweerstand moet overwinnen of een flink eind uitzwemmen, loopt dit wel snel op (tot meer dan 500 kcal per uur). Diepte en watertemperatuur spelen zeker ook een rol.

Uitwisseling van vocht en (dus) warmte tussen lichaam en omgeving gebeurt vooral door straling, conductie, convectie en verdamping, en in mindere mate via de plasbeurten. Straling en verdamping spelen onder water nauwelijks een rol. Conductie geleidt de warmte van het lichaam naar het water, terwijl convectie het opgewarmde water doet opstijgen (want lichter), zodat koud(er) water in de plaats komt.

Calorie is eigenlijk de meeteenheid voor de hoeveelheid warmte(verlies). Eén calorie is de energie die nodig is om de temperatuur van 1 gram water met 1°C te verhogen. Precies wat het lichaam moet doen om het warmteverlies te compenseren. Om dat te realiseren, wordt de stofwisseling en de omzetting van zuurstof versneld, waardoor zuurstof- en energieverbruik toenemen. Ook via de ademhaling gaat warmte verloren. Ingeademd en opgewarmd ademgas wordt opnieuw afgegeven. Bovendien kost ademhalen onder water sowieso al meer moeite dan aan land (welke geavanceerde technieken en/of automaten ook gebruikt worden).

Maar de sportieve kant van duiken zit 'm eigenlijk nog het meest in het omkleden, de duikuitrusting aan- en uittrekken en de afstand (annex terreinvorming) die overbrugd moet worden van wagen tot duikplaats(ingang) en omgekeerd. Vooral dan worden ook aardig wat energie verbruikt, natuurlijk mede afhankelijk van eenieders fitheid. Hou in elk geval dus op met dat gesakker omdat je wat meters moet lopen en/of een trapje moet doen...

Maar worden we nu echt slanker van duiken? Want dat gevoel hebben we soms na een (tropische) duikreis (met daarnaast ook veel puffen en zweten): nu nog steeds geen overtollige kilo's kwijtgeraakt... Duiken geeft honger en dorst, dat weten we. Vaak worden verbrande calorieën opnieuw tenietgedaan door de gangendiners die 's avonds in de meeste hotels aangeboden worden. En we gaan ons dat welverdiende pintje (of iets straffer, als het kan) onder vrienden om onze voorbije duikervaringen te bespreken toch niet ontzeggen? Discipline is dus zeker aan de orde om daadwerkelijk af te vallen...

Uit: Duiken (magazine en website).

Hier vind je nog een heel interessant artikel over dit onderwerp in het online magazine Duiken.

Warmte na de duik

Veel koudwaterfans vinden tropenduikers maar watjes. Wat ze er niet bijvertellen, is dat ze zelf na een duik vaak een warme douche of sauna inspringen. Wat niet verstandig is, want heet water verandert de doorbloeding waarbij grote(re) hoeveelheden stikstof plotseling vrijkomen. En dan heb je de klok uiteraard meteen horen luiden: een verhoogde kans op een decompressieongeval.

Warm (heet) water kan minder gas in opgeloste vorm opnemen dan koud(er) water. Als je het koud krijgt, vernauwen de vaten. De doorbloeding in een aantal delen van het lichaam neemt af zodat je minder snel afkoelt. Maar opgenomen stikstof wordt daardoor minder gedoseerd en dus minder goed afgevoerd. Daarom duiken we conservatiever bij (winter)koude.

Omgekeerd verwijden de vaten in (de confrontatie met) warm(er en heet) water. Grote(re) hoeveelheden stikstof gaan dan ineens vrijkomen. Het risico is uiteraard des te groter naarmate je dichter tegen de decolimiet gedoken hebt (lang en diep), of er zelfs over en veiligheidsstops gemaakt hebt. Idem wat betreft herhalingsduiken met reststikstof.

Je kan dan ook beter geleidelijk aan weer op temperatuur komen. Trek warme kleren aan en/of ga in een warme ruimte zitten, en neem pas later een douche of sauna. Vermijd in eerste instantie ook whirlpools en een te felle zon.

Uit: Duiken (magazine en website).

Vrouwen (zijn en) duiken (dus) anders

In de begintijd gold duiken als een stoere mannensport - en dat was ergens ook wel zo met het (weinig geavanceerde) materiaal en de (nogal) militaire regels - maar vrouwen hebben sindsdien een behoorlijke inhaalbeweging gemaakt (tegenwoordig grosso modo 1/3 van de duikers). Blijkt ook dat ze algemeen genomen minder lucht verbruiken. Feit is immers dat het lichaamsgestel van een vrouw anders is (verschillen m.b.t. gewicht, percentage vet en water, en hoeveelheid spiermassa).

Vrouwen hebben daarmee zeker niet meer (of minder) kans op decompressieongevallen dan mannen. Alleen de maandelijkse (menstruatie)cyclus kan wat parten spelen, te meer omdat vrouwen zich in die periode soms anders gedragen (zich niet lekker voelen, minder drinken, last hebben van maag en/of darmen). Aangewezen is dan gewoon wat conservatiever te duiken. Men gaat er ook van uit dat het gebruik van anti-conceptiemiddelen (de pil) het decompressierisico ietwat kan verhogen.

Vrouwen blijken soms wel eens te klagen over pijnlijke borsten na een duik. Dit is van voorbijgaande aard en wordt veroorzaakt door gasbellen die de lymfeklieren doen opzwellen. Alleen als de pijn of spanning aanhoudt of abnormaal hoog is, kan er sprake zijn van een deompressieongeval en is behandeling noodzakelijk.

Een andere zaak is zwangerschap. Hoewel er (op mensen) nog geen grondige medische studies rond gedaan zijn (juist doordat...), beveelt de medische wereld aan niet te duiken tijdens de zwangerschap. Zelfs al zijn er dan ook nog geen expliciete gevallen als dusdanig bekend, men acht de kans op miskramen of misvormde kinderen groter. Feit is immers dat ongeboren baby's ook stikstof opnemen (en afgeven) tijdens het duiken van de aanstaande moeder, maar in/op zo'n klein lichaampje zeker met andere gevolgen. Uiteraard wordt aanbevolen gewoon onmiddellijk te stoppen met duiken van zodra een zwangerschap de betrokken vrouw bekend is. Nog minder is er nood (of zelfs maar de wenselijkheid) een zwangerschap te beëindigen als er toch nog (lange tijd) gedoken is, of bvb. een duikvakantie gemaakt werd met diepe, lange en/of zware duiken. Een goede medische opvolging van (het verdere verloop van) de zwangerschap volstaat ruimschoots.

Na de geboorte kan een vrouw weer duiken van zodra ze (voldoende) hersteld en uitgerust is. Borstvoeding is geen contra-indicatie. (Al dan niet cosmetische) borstoperaties vallen onder de algemeen geldende regels na chirurgische ingrepen. Met de (huis)arts te bespreken dus. De wonde moet zeker genezen zijn en men moet zich opnieuw fit voelen.

Verder is het een feit dat mannen vaker een duikongeval oplopen dan vrouwen. Dat ligt simpelweg aan het duikgedrag: mannen negeren gemakkelijker risico's en duiken doorgaans ook dieper en vaker (op een dag). Vrouwen letten tijdens de tehorielessen beter op en nemen het (aan)geleerde ook serieuzer ter harte.

Uit: Duiken (magazine en website).

Meer water, minder bellen

Wanneer je vaak duikt, stijgt uiteraard het risico op een decompressieongeval (zeker bij herhalingsduiken). Uitdroging (dehydratatie), waarbij het menselijk lichaam meer vocht verliest dan het opneemt (of kan opnemen), speelt daar ook een rol in. Bij uitdroging vermindert namelijk het volume aan bloedplasma en doorbloeding van de weefsels. Het bloed verdikt en de bloedsomloop vertraagt, wat uiteraard het vervoer van voedingsstoffen en de gasuitwisseling bemoeilijkt.

Het kenmerk bij uitstek van uitdroging is uiteraard: dorst. Een goede hydratatie is dus noodzakelijk, zeker bij hitte en (het leveren van) inspanningen (met verhoogde transpiratie). Symptomen van ernstige(re) uitdroging zijn: hoofdpijn, verwardheid, prikkelbaarheid, verminderde concentratie annex prestatievermogen, vermoeidheid en zwakte, spierkrampen, etc. Dit kan leiden tot shock en op termijn zelfs de productie van nierstenen.

En met drinken bedoelen we uiteraard inzonderheid water en niet: alcohol of cafeïnerijke dranken (koffie). Want die absorberen juist water uit de cellen in plaats van toe te voegen. Zeker tropische duikbestemmingen met een warm en zonnig klimaat doen ons zweten en (veel) vocht verliezen. Reistips bevelen dan ook vaak terecht het drinken van meerdere liters (flessen)water per dag aan. Dit is gelukkig algemeen geweten en dan ook voldoende voorradig op de meeste duikbasissen.

Maar je kan zeker nog meer doen. Spoel je goed af met (zoet) water na elke duik (want opgedroogde zoutkristallen onttrekken ook vocht aan de huid) en trek je duikpak uit tussen de duiken door, ook al is het oppervlakte-interval nauwelijks een uur lang (lunchpauze).

Uit: Duiken (magazine en website).

Lees zeker ook de betreffende DAN-brochure !

Duiken en vliegen

Misschien niet onmiddellijk op zijn plaats in deze rubriek, maar het verdient toch ook aandacht eens stil te staan bij de problematiek van duiken na vliegen, en vliegen na duiken. Jaarlijkse (vlieg)reizen, niet zelden naar exotische vakantiebestemmingen annex duikparadijzen, maken immers deel uit van de duikactiviteiten van gepassioneerde recreatieduikers.

Ook aan het begin van een duikvakantie blijken immers vaker problemen tot zelfs echte ongevallen voor te komen, en dat heeft veel te maken met het feit dat duikers zich te snel na aankomst op de onderwaterwereld willen storten. Maar zeker als men een verre reis achter de kiezen heeft, neemt men beter eerst wat tijd om te acclimatiseren en te wennen aan het tijdsverschil. Begin je vakantie ook met een rustige en ondiepe checkdive (trouwens niet zelden opgelegd door het duikcentrum zelf).

De lucht in een vliegtuigcabine is meestal (zeer) droog, zodat je soms (ongemerkt) uitdroogt. Ook het slijmvlies (rond de neus en van de bronchiën) raakt sneller geïrriteerd en kan opzwellen. Meestal zit je ook krap en stap je soms echt verkrampt uit (risico op trombosevorming).

Ter plaatse komt er ook nog eens het probleem van een andere tijdzone (jetlag) en een ander klimaat bij, alleszins bij grote reizen van oost naar west of omgekeerd, en van noord naar zuid. Als je bij aankomst (nog) slaperig bent vanwege het verstoorde bioritme, denk dan vooral niet dat je onder water meteen klaarwakker zult worden. Dat kan wel zo lijken, maar je reactievermogen is zeker vertraagd en de kans op ongemakken (bvb. niet of moeilijk kunnen klaren) of een foute inschatting (met al dan niet een incident of ongeval tot gevolg) is onmiskenbaar groter.

Gun je biologische klok voldoende tijd om te synchroniseren en mis liever preventief een duikdag om je lichaam de kans te geven om zich aan te passen, dan naderhand (vaak meerdere duikdagen...) door ziekte of ongeval.

Dat we na het duiken - en zeker als we meerdere dagen (en) meermaals per dag gedoken hebben - niet meteen mogen gaan vliegen vanwege de aanwezige reststikstof, wordt in elke basiscursus duiken (met de paplepel) meegegeven. Men laat de druk in een vliegtuigcabine immers zakken tot 0,8 bar op kruishoogte (of nog lager), zodat de vrijgave van (rest)stikstof wordt versneld (risico op belvorming en een 'uitgesteld' decompressieongeval).

Hoelang je precies moet wachten, is al tot op het bot onderzocht met uiteenlopende theoretische regels en praktische modellen tot gevolg, die worden gehanteerd door de onderscheiden duikfederaties tot computerfabrikanten toe. Simpel gezegd mag je toch rekenen op minstens 12 uur bij enkelvoudige duiken binnen de nultijd, en minstens 24 uur bij herhalings- of decoduiken. Bij intensief of diep duiken gedurende meerdere opeenvolgende dagen, verhoog je dat zelfs best (als het kan) naar 36 uur.

Kortom, het advies is duidelijk: las voldoende rusttijd in na aankomst ter plaatse en voor de afreis huiswaarts, afhankelijk van de aard van de reis en de (geplande of gedane) duiken. Hou daar bij je reisplanning al rekening mee, dat scheelt een hoop ergernis.

Uit: Duiken (magazine en website).

Alleszins interessant is dit theoretisch verhelderend maar ook praktisch bruikbaar artikel.

Op het nippertje !

Elke seconde telt bij een waterongeval. Onderkoeling en verdrinking liggen op de loer. Hulpverleners moeten dan ook daadkrachtig handelen zodat een slachtoffer onmiddellijk gered wordt of toch hulp krijgt. Zij mogen echter ook nooit hun eigen veiligheid uit het oog verliezen. Het is bvb. soms moeilijk om de opstijgsnelheid te respecteren als iemand asap naar boven gebracht moet worden, maar ongecontroleerd richting oppervlakte schieten moet te allen prijze vermeden worden.

Het is ook moeilijk om onder water een ademhalingsstilstand, laat staan een hartstilstand, vast te stellen. Ook blijft het een helse karwei om iemand te beademen terwijl je hem naar de kant (of boot) sleept. Het slachtoffer - liefst met assistentie - op het droge krijgen (teneinde daar effectief te kunnen reanimeren), is daarom altijd prioritair. Zijn hoofd moet intussen goed boven water en achterover gehouden worden. Beademing in het water kan natuurlijk ook al, als de weersomstandigheden en watercondities dit toelaten, de redder dit fysiek aankan en de te overbruggen afstand niet te groot is of hulp onderweg is. De hulpverlener positioneert zich daarbij naast het slachtoffer, draait hem naar zich toe en blaast beide vesten afdoende op. Oefening en ervaring zijn hierbij onontbeerlijk. Zorg er ook altijd voor dat je een akoestisch of optisch waarschuwingssignaal bij je hebt.

Ook is het van het grootste belang dat professionele hulpverlening snel ter plaatse is. Duikers moeten daarom steeds goed op de hoogte zijn van de geldende noodprocedures en de relevante alarmnummers kennen en (meteen) kunnen bellen. Dit is met de komst van mobiele telefoontoestellen natuurlijk een stuk eenvoudiger geworden. Vertrouw ook niet altijd blindelings op een duikgids als je begeleid duikt, maar zorg dat je zelf steeds in staat bent onmiddellijk om hulp te bellen (ook in het buitenland).

112 is het nieuwe uniforme Europese noodnummer. Als je het belt, geef dan zo precies mogelijk aan waar je bent en wat er juist gebeurd is, hoe (erg) het slachtoffer er aan toe is (voor zover jou bekend natuurlijk) en welke (reddende) acties reeds ondernomen zijn (of nog worden). Weet hoe dan ook dat jij alleen maar 'eerste hulp' kan toedienen (CPR/EHBO); van zodra de hulpdiensten ter plaatse zijn, zullen zij meteen de nodige (medische) zorgen toedienen en bepalen wat er verder moet gebeuren.

Update zeker tweejaarlijks je CPR/EHBO-opleiding ! Wij staan hiervoor altijd voor je klaar...

Uit: Duiken (magazine en website).

Hoe fit moet je als duiker zijn?

Duiken is weliswaar geen prestatiesport, maar weet je hoeveel energie het kost wanneer de entry en/of exit moeilijk, zwaar of lastig is, of als er veel stroming staat? Een goede, minstens redelijke conditie is dus belangrijk, niet alleen om minder lucht te verbruiken, maar ook om de kans op een deco-ongeval te vermijden, en niet in het minst om jezelf en/of je buddy (makkelijker) te (kunnen) behelpen of redden. Zuurstof wordt beter door het lichaam getransporteerd en inspanningen kosten minder moeite. Het heeft ook een positief effect op de bloedcirculatie (doorbloeding van de spieren), wat ademhaling en hartslag efficiënter maakt.

Regelmatig sporten is belangrijk, zware trainingen hoeven niet. Krachttraining mag wel, maar eveneens met mate. Over-ontwikkelde spierbundels verbruiken immers meer zuurstof door hun grote(re) massa. Intensief sporten verhoogt ook het risico, net als spierpijn of grote inspanningen (onmiddellijk) voor of na de duik (incl. het gesjouw met zwaar materiaal). Hou daar desgewenst rekening mee bij de duikplanning (en duik zonodig conservatiever dan tot op de limieten...).

En wat met overgewicht? Als duiker is het alleszins een zegen om in het water te drijven, waarbij de gewrichten weinig tot niet belast worden. Maar je verplaatst meer water en hebt dus meer lood nodig om onder te blijven. Het kost je ook meer energie om met dat extra lood terug omhoog te geraken of aan land (rond) te lopen. Het is ook meer belastend voor je onderrug en zal al aanwezige rugklachten nog verergeren. Doordat de longfunctie beperkter is, raak je ook sneller buiten adem. En weet ook dat het risico op een deco-ongeval vergroot doordat vetweefsel gemakkelijker stikstof oplost, maar het minder snel afgeeft. Conservatief(ver) duiken is dus aan de orde !

En weze hierbij nog eens het belang aangehaald van voldoende te drinken voor en na de duik. Geen alcohol, liefst water, wel te verstaan ! Zie ook: Meer water, minder bellen.

Fitheid kan gemeten worden met behulp van een ECG, maar het is vast eenvoudiger om jezelf te testen op de loopband of een fiets (en met een ergometer), en met je huisarts of kinesist een aangepast (trainings)programma te bespreken. Aanverwate sporten als zwemmen of skaten komen uiteraard ook in aanmerking, al dan niet gecombineerd met matige krachttraining.

En voor het duiken zelf geldt een heel andere regel: de kunst is hier juist zoveel mogelijk te zien (of gewoon plezier te beleven) met zo weinig mogelijk inspanningen !

Uit: Duiken (magazine en website).